Voorlezen is een eclectische aangelegenheid. Van boeken over dappere pony's en kleine walvissen, tot Gorgels en (tweedehands) Harry Potter. En ook de klassiekers ontbreken niet. We lezen Pipi Langkous (gelukkig wel in de versie waarin het terloopse racisme van de jaren veertig en vijftig uit gesleten is), Paul Biegel en Roald Dahl, griezelen bij Ronja en huiveren bij de Gebroeders Leeuwenhart (vooral dat laatste boek is een stuk wreder en bloederiger dan ik me herinner, met een zelfmoordeinde dat aan religieus fanatisme grenst...).In het wat onschuldiger spectrum lees ik Pinkeltje van Dick Laan. In Pinkeltje en de Bibelebonse Pap (postuum verschenen in 1976, met illustraties van Rein van Looy) reist Pinkeltje met een missie af naar de Bibelebonse Berg, waar een gesloten gemeenschap leeft in een systeem dat een kruising is tussen de Socialistische Heilstaat en Singapore.Op vuil op straat gooien staan lijfstraffen, het is overal brandschoon, privébezit lijkt niet te bestaan, iedereen werkt en draagt van overheidswege verstrekte kleren, iedere maaltijd wordt gezamenlijk genoten in grote eetzalen en 's avonds luidt de klok voor bedtijd per leeftijdscategorie (en wee degene die zich na de avondklok nog buiten bevindt). Pinkeltje moet zich vermommen en een valse naam aannemen om binnen te komen, waar hij vreest voor ontdekking.Toch beschrijft Dick Laan de Bibelebonse maatschappij als nastrevenswaardig. Ik heb het niet kunnen verifiëren, maar zou de geestelijk vader van Pinkeltje misschien een fellow traveler geweest zijn?