In de Stadsgehoorzaal in Leiden brachten we Und Morgen wird die Sonne wieder scheinen, het Allerzielenconcert van Klaartje van Veldhoven met het Hermitage Kwartet. Tussen de prachtige muziek mocht ik vertellen over Limburg (het Mexico van Nederland), walnootbootjes, een paddenlijkje en een vleermuislijkje en meer. Ook bouwde ik weer een ofrenda op.
(De teksten die ik uitsprak zijn na te lezen op de pagina tekst)
Misschien, zei mijn vrouw,
moeten we tot andere goden bidden,
of niet tot de goden zelf
maar tot waar zij zich in verschuilen.
Niet tot het onstoffelijke
maar tot wat we in het leven vieren.
Tot de perenbloesem in het voorjaar,
tot het dons van roodborstkuikens,
tot het uitgebloeide vingerhoedskruid,
tot de laatste korenbloemen,
tot de pruimen en de wespen die van pruimen houden
tot de verteerde zaaddoosjes van de lampionplant
tot de sneeuw die uit de leilucht weigert vallen
tot de vorst die over de boerenkool gaat
tot de breuklijn in het ijs
tot de eerste krokuskus
laten we bidden tot de goden
die zich verbergen in de dingen
en tot de goden
die zich verbergen in het zingen
want
misschien
verschilt bidden niet zoveel van zingen.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik was bij deze voorstelling en ben blij dat ik na enig zoeken uw teksten van die avond heb teruggevonden en er nogmaals van heb kunnen genieten.
Veel dank!
Beste Ineke, hartelijk dank voor uw bericht. Wat fijn dat u er van genoten hebt. Met heel hartelijke groet, Jibbe.