Het Van Gogh-museum en het Stedelijk Amsterdam hadden de handen, en zalen, ineengeslagen voor een monumentale tentoonstelling met het werk van Anselm Kiefer. In het Van Gogh werd werk tentoongesteld dat geïnspireerd was op de doeken van Vincent, in het Stedelijk werd een speciaal voor de gelegenheid geconstrueerde waanzin gepresenteerd in het trappenhuis onder de titel sag mir wo die blumen sind en werk uit het depot van het stedelijk, zoals een loden straaljager met een slang in de cockpit, stond in de zalen erachter (enkel met zilverkleurig (loodkleurig) armbandje te bezoeken.
Het was tamelijk megalomaan. Fascinerend, zeker, grandioos, maar ook, vond ik, ergens afschuwelijk. En tegelijk inspirerend. Maar ook, vond ik, ergens, afschuwelijk. Nu is afschuw ook een fascinerende reactie en ik ben heel blij dat ik ben geweest. Het werk was zonder meer erg indrukwekkend. Maar ook, vond ik, ergens, afschuwelijk.
Vooral de kolossale werken in het Van Gogh verwonderden me. Het was, ergens, vond ik, ook een karikatuur van het werk dat hij zo bewonderd. Alle kleur eruit gegeseld, opgeblazen tot onmenselijke proporties, akkers van as, korenvelden op lood, bladgouden zonnen en beroete hooimijten. Het werk, in al zijn grootte, sloeg plat. Mij, als bezoeker, en zichzelf, als vervorming.
Ik ben de werken van opzij gaan fotograferen en toen zag ik opeens weer de gelaagdheid, de frivoliteit, de abstractie die plezier kan brengen. Na afloop kwam ik in Utrecht terecht, per ongeluk bij poëzie.
Na Kiefer vertrok ik naar Utrecht, omdat ik op ging treden in Tivoli bij De Grote Taalshow. En ik liep Broese binnen, omdat ik op zoek was naar de graphic novel Feminists in Progress van Lauraine Meyer (ze hadden het boek niet, maar later vond ik het natuurlijk bij Savannah Bay). Ik wilde al opstappen, toen omgeroepen werd dat Sholeh Rezazadeh haar boekenweekgedicht zou voordragen.
zie je, om begrepen te worden
heb ik mijn taal achter de bergen gelaten
mijn accent aan de golven geknoopt
de taal van bomen en wolken geleerd
de taal van treinen en seconden
en mijn taal klopt sterker dan mijn hart
grijpt vaster dan mijn handen
gaat verder dan mijn voeten
en brengt jou dichterbij
Op verzoek van de Volkskrant deed ze ooit eindexamen Nederlands. Opgegroeid in Iran, met dichters en schrijvers en literatuur, verwachtte ze een poëtische test. Dat bleek anders te zitten. Sindsdien is het haar missie de liefde voor het woord te verspreiden op scholen.
Ze droeg drie gedichten voor. Een romantische, een kritische, een nostalgische. Ik kocht haar bundel. Als ze 'taal' zei, klonken de aa's laag, aards. Als ze 'vraag' zei gingen haar aa's omhoog, alsof het vraagteken zich in het woord verschool. Belangrijk sprak ze in tweeën uit, eerst 'belan' en daarna 'grijk', met een uitgesproken 'g', alsof 'grijk' een eigen betekenis had.
Ze had een gele jurk aan, en in dat ene kledingstuk zat meer kleur dan in heel het oeuvre van Anselm Kiefer.


Reactie plaatsen
Reacties